Lapinporokoira

Lapinporokoira

De Lapinporokoira is een vriendelijke en evenwichtige hond, die sterk gehecht is aan zijn baas, maar tegelijk zijn eigen identiteit en zelfstandigheid behoudt.
Het is een werkhond die het liefst samen met zijn baasje aan de slag gaat. Ze zijn sociaal naar kinderen en huisdieren en gaan goed met soortgenoten, al kunnen de reuen wat domintant zijn.


De vacht van deze hond heeft niet zoveel verzorging nodig. In de ruiperiode is het voldoende als u hem geregeld doorborstelt. Houd de nagels kort.

RASSTANDAARD Lapinporokoira. nr. 284


​​​​​​​Land van herkomst: Finland.


Publicatie datum van de officiële rasstandaard: 12.03.1999/EN (aanpassing van de Nederlandse versie van 8-5-1997 door vzw Nordic Spitz op 17/05/2020)


Gebruik: rendier hoeder


FCI CLASSIFICATIE : Goep 5: Spitzen en Oertypen Sectie 3.4. : Scandinavische waakhonden en hoeders

zonder werkproeven.


KORTE HISTORISCHE SAMENVATTING:

Voor honderden jaren hebben de Sami (Lappen) honden van hetzelfde type als de Laplandse Herder als rendierhoeders gebruikt. De goedkeuring van het rassenregister begon in de jaren '50. Op dat moment werden de huidige Finse Lappenhond en de Laplandse Herder nog gezien als één en hetzelfde ras. De Laplandse Herder kreeg zijn eigen rasstandaard op 10-12-1966, aangezien men had vastgesteld dat er twee verschillende types rendierhoeders bestonden.


ALGEMEEN BEELD:
Een middelgrote, hoedende spitshond, duidelijk langer dan de schofthoogte. Hij heeft sterke botten en spieren. De hond is gespierd, nochtans mag hij niet de indruk geven zwaar te zijn. Het geslacht zou duidelijk waarneembaar moeten zijn. De vacht is aangepast aan het arctische klimaat.


BELANGRIJKE VERHOUDINGEN:
de lengte van het lichaam is ongeveer 10% langer dan de schofthoogte. De diepte van het lichaam is ongeveer de helft van de schofthoogte.


GEDRAG/TEMPERAMENT:
Volgzaam, kalm, vriendelijk, energiek en bereid te werken. Blaft gemakkelijk tijdens het werken.


HOOFD: 
Langschedelig, de snuit is iets korter dan de schedel.


SCHEDEL:
Slechts licht gewelfd. De frontale groef is duidelijk en de wenkbrauwranden zijn welomlijnd.
Stop: voorzichtig glooiend


AANGEZICHT:
Neus: Bij voorkeur zwart, maar in harmonie met de vachtkleur. 
Snuit: De neusbrug is recht. Van bovenaf en in profiel bekeken loopt de snuit gelijkmatig naar de neus toe.
Lippen: Strak.
Kaken / Tanden: Sterke kaken en tanden. Schaargebit. Normaal gebit.
Lippen: strak
Wangen: De jukbeenbogen zijn duidelijk gemarkeerd.
Ogen: Bij voorkeur donker van kleur, maar wel in harmonie met de vachtkleur. Levendig en eerder ver uiteen geplaatst. Ovaalvormig. De expressie is enthousiast en bij teven ook toegewijd.
Oren: Staande, spitse oren van gemiddelde lengte, eerder wijd uiteen geplaatst, vrij breed aan de basis. De binnenkant van het oor is overvloedig bedekt met haar, in het bijzonder aan de basis.


HALS:
De hals is sterk en middellang. Soepele overgang naar de schouders. Zonder halskwab(keelhuidvorming).


LICHAAM: 
Schoft    : Duidelijk zichtbaar.
Rug        : Sterk en gespierd.
Lenden   : Kort en gespierd.
Croupe   : Vrij lang en licht schuin aflopend.
Borstkas : De borstkas is diep, lang en ruim, niet erg breed. De ribben hebben een duidelijke boog.
Buiklijn : Zacht opgetrokken.


STAART:
Gemiddelde lengte, lage staartaanzet en overvloedig bedekt met haar. In rust hangt de staart naar beneden. In beweging wordt hij gehouden in een lichte boog, daarbij mag hij niet over de rug komen. In actie mag de staart ook cirkelvormige bewegingen maken.


LEDEMATEN


VOORHAND:
Algemene beschrijving : Krachtig, vastgemaakt aan het lichaam met sterke spieren, toch nog heel beweeglijk. Gespierd en goed gehoekt. In vooraanzicht recht en parallel.
Schouders : Schuin aflopend en gespierd.
Ellebogen : Niet naar binnen of buiten gedraaid, dicht bij het lichaam, recht naar achter wijzend.
Voorpoten : Verticaal.
Voorpootgewricht : Pezig en flexibel.
Voormiddelvoet : In profiel gezien, licht schuin aflopend, wat een flexibele beweging mogelijk maakt.
Voorpoten : Eerder ovaal en aan alle kanten, ook onderaan, bedekt met dik haar. De tenen zijn gebogen, de voetkussens zijn dik en elastisch.


ACHTERHAND
Algemene beschrijving : Goed gehoekt. Van achteruit bekeken parallel en recht.
Bovendij : Eerder lang en breed met goed ontwikkelde spieren.
Kniegewricht : Vooruit gericht, de hoek is duidelijk gevormd.
Spronggewricht : Vrij laag geplaatst, de hoek is duidelijk gevormd.
Achtermiddelvoet : Eerder kort, verticaal en evenwijdig.
Achterpoten : Net als de voorpoten. Bij voorkeur zonder wolfsklauwen.


GANGWERK / BEWEGING:
Vrij, flexibel, moeiteloos en solide. De draf is onvermoeibaar. Bij een snelle draf neigt hij naar single-track.


HUID:
Strakke huid zonder rimpels.


VACHT:
Haar :De bovenvacht heeft een gemiddelde tot lange lengte, is recht, eerder opgericht en ruw. De ondervacht is fijn en dik. Op de hals, borst en op de achterzijde van de dijen is de ondervacht meestal overvloediger en langer.
Kleur: Zwart in verschillende tinten, ook grijs en donker bruin, met vaak markeringen in een lichtere tint dan de basiskleur, grijzig of bruinig, op het hoofd, het onderste deel van het lichaam en de poten. Witte markeringen op de hals, borst en poten zijn ook toegelaten. De ondervacht is zwart, grijs- of bruinachtig.


HOOGTE
Hoogte aan de schoft:
Ideale hoogte voor reuen 51 cm (± 3 cm afwijking wordt getolereerd)
Ideale hoogte voor teven 46 cm (± 3 cm afwijking wordt getolereerd)


FOUTEN
Enige afwijking van het bovenstaande moet als een fout beschouwd worden en de ernst van de fout moet beoordeeld worden in exacte verhouding tot de ernst ervan en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van de hond

- Niet'mannelijk' reuen en niet 'vrouwelijke' teven.
- Zeer lichte ogen in een zwarte hond.
- Oren met slappe uiteinden. (Tip-oren)
- Staart gekruld of gebogen over de rug gedragen.
- Zachte, golvende of gladde vacht.
- Zonder ondervacht.


DISKWALIFICERENDE FOUTEN
- agressieve of overdreven schuchtere honden
- elke hond met duidelijke fysieke of gedragsmatige abnormaliteiten zal gediskwalificeerd worden
- overbijt of onderbijt
- hangende oren


NB:
- De reuen moeten twee normaal ontwikkelde, volledig in het scrotum ingedaalde testikels hebben.
- Enkel functionele en klinisch gezonde honden, met typische raseigenschappen, zouden voor de fok gebruikt moeten worden.


Share by: