Finse Lappenhond

Finse Lappenhond

De Finse Lappenhond is een zeer evenwichtige, vriendelijke, vrolijke en sociale hond. Het zijn intelligente, leergierige, energieke honden die graag werken voor hun baasje. Ze zijn moedig en trouw en aanhankelijk aan hun gezin.
Ze zijn doorgaans zeer verdraagzaam naar kinderen en kunnen goed samen met andere huisdieren.


De Finse Lappenhond heeft een lange vacht die stevig en ruw aanvoelt en iets uit staat. De ondervacht is dicht en zacht. De vacht is zelfreinigend door de natuurlijke talglaag. Hierdoor is er weinig vachtverzorging nodig. Als de vacht vuil is kan er gekamd of geborsteld worden. Aan te raden is, om klitten te voorkomen, de hond één maal per week te kammen of te borstelen.

Tijdens de ruiperiode is nodig om enkele keren per week te kammen. De Finse lappenhond verliest een á twee keer per jaar de vacht. Voor teven is dat meestal gekoppeld aan de loopsheid.

RASSTANDAARD FINSE LAPPENHOND (Suomenlapinkoira)

Datum van publicatie van de originele standaard : 12-03-1999 / 30-09-2016

Land van herkomst: Finland FCI-nr. 189

Gebruik
Een herder- en waakhond bij de rendierhouders.
Tegenwoordig ook gewaardeerd als huishond.

FCI'S Classificatie
Groep 5 / Sectie 3 (Noordelijke herders- en waakhonden)

Geen verplichte werkexamens.

Een korte, historische samenvatting:
Honderden jaren hebben de Samen (Lappen) honden gebruikt van hetzelfde type als de Finse Lappenhond als herders en waakhonden voor de rendieren in Fennoscandia en in de noordelijke delen van Rusland.
De eerste standaard van de Lappen Herdershond werd door de Finse Kennelclub aangenomen in 1945. De naam van het ras werd in 1967 veranderd in Lappenhond. In de jaren 70 werd het type en beeld van het ras eenvormig, en de standaard werd verschillende malen bijgesteld. De naam werd in
1993 weer gewijzigd en nu in ‘Finse Lappenhond’. Het ras stabiliseerde zich in korte tijd en tegenwoordig is het ras zeer populair in geheel Finland, hoofdzakelijk als huishond en werkhond.

ALGEMEEN VOORKOMEN
Kleiner dan gemiddelde grootte, gezien het formaat is de bouw krachtig, iets langer dan schofthoogte. De vacht is lang en dik.

BELANGRIJKE VERHOUDINGEN
De diepte van de borst is ongeveer de helft van de schofthoogte. De snuit is iets korter dan de schedel. De schedel is iets langer dan breed, de diepte is hetzelfde als de breedte.

GEDRAG EN TEMPERAMENT
Intelligent, moedig, kalm en leergierig. Vriendelijk en trouw.

HOOFD
Sterk van vorm, tamelijk breed.
Schedel :
Breed, iets rond. Het voorhoofd is licht gewelfd.
Voorhoofdsgroef duidelijk aangegeven. 
Stop : Duidelijke stop.
Gezicht:
Neus : Zwart of bruin, passend bij de kleur van de vacht.
Snuit : Sterk, breed en recht, van boven en opzij gezien gelijkmatig, maar slechts licht toelopend.
Lippen : Aangesloten
Kaken/gebit : De kaken zijn krachtig. Schaargebit.
Wangen : De onderste bogen van de oogkas zijn duidelijk gemarkeerd (zygomatic arches).
Ogen : Ovaal van vorm, donkerbruin, passend bij de vachtkleur. Zachte en vriendelijke expressie.
Oren : Van gemiddelde grootte, rechtopstaande- of tiporen, betrekkelijk wijd uiteenstaand, tamelijk breed aan de basis, driehoekig van vorm en zeer beweeglijk. Ook de binnenkant is bedekt met haar. Ook één oor rechtopstaand en één tipoor worden aanvaard.

HALS: middellang, sterk en bedekt met overvloedig haar

LICHAAM
Schoft : Gespierd en breed, slechts licht gemarkeerd.
Rug : Sterk en recht.
Lendenen : Kort en gespierd.
Kruis : Van gemiddelde lengte, goed ontwikkeld, slechts licht aflopend.
Borst : Diep, tamelijk lang, bijna tot de ellenbogen reikend, niet erg breed. De ribben licht gebogen; de voorborst duidelijk zichtbaar, maar niet teveel .
Buiklijn : Licht opgetrokken.

STAART
Tamelijk hoog aangezet, gemiddeld van lengte, en bedekt met overvloedig lang haar. De punt van de staart mag een J-gevormde hoek vormen. In beweging wordt de staart over de rug of opzij gedragen, in rust mag deze hangen.

LEDEMATEN

VOORHAND
Algemene verschijning : Krachtig met sterke botten. Van voren gezien is het front recht en parallel.
Schouders : Iets schuin geplaatst.
Bovenarmen : Van dezelfde lengte als van de schouderbladen. De hoek tussen de schouder en bovenarm is tamelijk open.
Ellebogen : Ongeveer op het niveau van de onderkant van de ribben, recht naar achteren geplaatst.
Voorbenen : Tamelijk sterk, verticaal.
Polsen : Soepel.
Middelste voorvoeten : Van gemiddelde lengte, iets schuin.
Voeten : Tamelijk gewelfd, eerder ovaal dan rond, bedekt met dicht haar, de voetkussens elastisch en opzij bedekt met dicht haar.

ACHTERHAND
Algemeen voorkomen : Sterke benen, krachtig, van achteren gezien recht en parallel.
De hoeking is duidelijk gemarkeerd, maar niet te sterk.
Dij : Van gemiddelde lengte, tamelijk breed met goed ontwikkelde spieren.
Kniegewricht : Parallel, de hoeking is vrij duidelijk gemarkeerd.
Onderbeen : Relatief lang en pezig.
Hakken : Matig laag, de hoeking is duidelijk maar niet te sterk.
Achterste middenvoet : Tamelijk kort, sterk en verticaal.
Voeten : Als voorvoeten.

GANGWERK : Moeiteloos. Gaat gemakkelijk over van draf in galop. De benen bewegen parallel. Tijdens het werk lenig en vlug. 

HUID : Strak zonder rimpels.

VACHT
Haar : Overvloedig, vooral de reuen hebben overvloedige manen. De bovenvacht is lang en hard. Op het hoofd en aan de voorzijde van de benen is de vacht korter. Er moet een dichte en zachte ondervacht zijn.
Kleur : Alle kleuren zijn toegestaan. De basis kleur moet domineren. Andere kleuren dan de basis kleur kunnen voorkomen op het hoofd, hals, borst, onderkant van het lichaam, de benen en de staart.

GROOTTE
Schofthoogte : Ideale hoogte voor reuen 49 en voor teven 44 cm met een tolerantie van +/-3 cm. Het type is belangrijker dan de grootte.

FOUTEN
Enige afwijking van het bovenstaande moet als een fout beschouwd worden en de ernst van de fout moet beoordeeld worden in exacte verhouding tot de ernst ervan en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van de hond en zijn mogelijkheid om zijn traditioneel werk te doen.
- gebrek aan seksueel dimorfisme
- licht hoofd
- onvoldoende stop
- hangoren
- overgehoekt of te steile hoeking achter.
- staartdracht blijvend lager dan de toplijn.
- gemis van ondervacht
- gladliggende vacht
- gekrulde bovenvacht
- geen uitgesproken basiskleur.

DISKWALIFICERENDE FOUTEN
- agressief of overdreven schuchter
- elke hond die fysieke of gedragsmatige abnormaliteiten vertoond
- onder- of bovenbeet
- knikstaart
- volledig hangende oren

N.B.:
-reuen moeten twee duidelijk normale, volledig in het scrotum ingedaalde testikels hebben.
- enkel functionele en klinisch gezonde honden, met typische raseigenschappen, zouden gebruikt mogen worden voor de fok.

Share by: