Zweedse Lappenhond

Zweedse Lappenhond

De Zweedse Lappenhond is loyaal, moedig en intelligent. Hij heeft een grote will-to-please en is een uitstekende werkhond, maar kan ook redelijk eigenwijs zijn.
Hij is vriendelijk en erg toegewijd aan zijn baasje en kinderen en neemt graag deel aan familie-activiteiten. Vanuit zijn verleden als rendierhoeder is hij alert en blaft graag.


De vacht is lang en overvloedig, de lange bovenvacht is water- en sneeuwafstotend. De vacht vraagt buiten de ruiperiode weinig onderhoud.

22.02.2012/EN
FCI-Standaard N°135

ZWEEDSE LAPPENHOND

(Svensk Lapphund)


Originele vertaling naar het Engels door Renée Sporre-Willes. (Herwerking naar het Nederlands door vzw Nordic Spitz Belgium op 23/05/2020 – geen officiële vertaling van de FCI-standaard.)


OORSPRONG: Zweden


DATUM VAN PUBLICATIE VAN DE OFFICIEEL GELDENDE STANDAARD: 10.11.2011


GEBRUIK: rendier hoedende hond, tegenwoordig vooral gehouden als all-round gezelschapshond


FCI-CLASSIFICATIE: Groep 5: Spitzen en oertypes. Sectie 3, Scandinavische Waak- en Herdershonden.
zonder werkproef.


KORTE HISTORISCHE SAMENVATTING:
De Zweedse Lappenhond reeds eeuwenlang gekend in Scandinavië. Het is een Scandinavische Spitz, in het verleden vooral gebruikt voor het hoeden van rendieren, de jacht en als waakhond bij de nomadische Laplanders. Tegenwoordig worden ze vooral gehouden als veelzijdige gezelschapshonden.


ALGEMEEN VOORKOMEN:
Typische Spitz, iets kleiner dan middelgroot en met trots gedragen hoofd.


BELANGRIJKE VERHOUDINGEN:
Rechthoekig lichaam


GEDRAG/TEMPERAMENT:
Levendig, alert, vriendelijk en aanhankelijk. De Lappenhond is zeer ontvankelijk, attent en werkwillig.
Zijn kwaliteiten als goede herdershond maakten hem zeer nuttig voor de rendierhoeders. Erg veelzijdig, geschikt voor gehoorzaamheidstraining, agility, schapendrijven, speuren,...
Gemakkelijk te trainen, met veel uithoudingsvermogen en hardheid.


HOOFD


SCHEDEL:
Schedel: iets langer dan breed, rond voorhoofd en achterhoofd niet duidelijk gedefinieerd.
Stop: zeer duidelijke stop


AANGEZICHT:
Neus: bij voorkeur houtskool zwart, zeer donker of in harmonie met de vachtkleur
Snuit: iets meer dan 1/3 van de lengte van het hoofd
Aangezicht: sterk, gelijkmatig aflopend naar de tip van de neus. Rechte neusbrug.
Lippen: goed aangesloten. Gehemelte en lippen sterk gepigmenteerd.
Kaken/tanden: schaargebit met gelijkmatig geplaatste en goed ontwikkelde tanden.
Ogen: goed uiteen gezet, bijna horizontaal, rond, redelijk groot, maar niet uitstekend. Bruin, bij voorkeur donkerbruin en vol expressie. Oogranden sterk gepigmenteerd.
Oren: driehoekig, breed aan de basis, smal, gespitst, tippen lichtjes afgerond. Goed uiteen gezet en erg beweeglijk. Tip-oren zijn ongewenst, maar zijn geen diskwalificerende fout.


HALS:
middellang, duidelijk afgelijnd en krachtig


LICHAAM:
Zit goed ineen, lichaam iets langer dan de schofthoogte
Rug: vlak, sterk, gespierd en veerkrachtig.
Lendenen: kort en breed
Kruis: in verhouding lang en breed, lichtjes hellend en goed gespierd
Borst: tamelijk diep, reikend tot de elleboog. Ribbenkast in verhouding lang en ovaal, met goed ontwikkelde laatste ribben. Goed ontwikkelde voorborst met uitgesproken borstbeen.
Onderlijn en buik: licht opgetrokken.


STAART:
Tamelijk hoog aangezet, reikend tot de sprong wanneer uitgerekt. Over de rug gedragen als de hond beweegt.


LEDEMATEN


VOORHAND:
Algemeen voorkomen: de voorhand zou voldoende gehoekt moeten zijn ter hoogte van de schouders en ellebogen, om een ruim bereik mogelijk maken.
Schouders: schouderblad moet voldoende achteruit liggen
Elleboog: dicht aansluitend bij de borst
Voorarm: recht, sterk en parallel in stand en beweging
Metacarpus: voldoende schuin.
Voorvoeten: sterk, ovaal, met goed aaneensluitende tenen, stevige en elastische kussens; goed bedekt met haar, ook tussen de kussen. Nagels en kussens sterk gepigmenteerd.


ACHTERHAND:
Algemeen voorkomen: goed gehoekte, maar niet overdreven, knie en sprong.
Dijbeen: gespierd
Hak: laag aangezet voor een krachtige stuwing
Middenvoet: wolfsklauwen toegelaten
Achtervoeten: zoals voorvoeten


GANG/BEWEGING:
Licht en veerkrachtig, behoorlijk snel, parallel met stuwing.


VACHT:
Haar: overvloedige dubbele vacht. Haar staat recht uit het lichaam, dichte ondervacht en fijn gekroesd. Kort haar op het hoofd en de voorkant van de poten. Langer haar op de borst, achterkant van de benen en op de staart. Lange dichte pluimstaart. Vormt een kraag rond de hals. De vacht is weersbestendig.
Kleur: Meestal effen zwart; bruinen (door de zon) komt typisch voor als min of meer beer-bruine tinten. Wit op de borst, voeten en punt van de staart is toegestaan.


MAAT:
Ideale schofthoogte:
- reuen: 48cm
- teven: 43cm
Afwijking van +/- 3cm is toegestaan.


FOUTEN
Enige afwijking van het bovenstaande moet als een fout beschouwd worden en de ernst van de fout moet beoordeeld worden in exacte verhouding tot de ernst ervan en het effect ervan op de gezondheid en het welzijn van de hond.


DISKWALIFICERENDE FOUTEN
- agressief of overdreven schuchter
- elke hond die duidelijk fysieke of gedragsmatige abnormaliteiten vertoond
- atypisch


N.B.:
-reuen moeten twee duidelijk normale, volledig in het scrotum ingedaalde testikels hebben.
- enkel functionele en klinisch gezonde honden, met typische raseigenschappen, zouden gebruikt mogen worden voor de fok.


Share by: