Fokreglement IJslandse Hond

Fokreglement IJslandse Hond

Fokreglement van vzw Nordic Spitz Belgium (hierna genoemd VFR – verenigings-fokreglement)
 
IJSLANDSE HOND

1.      ALGEMEEN

1.1.   Het doel van dit reglement van vzw Nordic Spitz Belgium (hierna genoemd de vereniging) is het behartigen van de belangen van de IJslandse Hond, zoals verwoord in de statuten van de vereniging, en bijdragen aan het behoud en de verbetering van de kwaliteit van dit ras.
 

1.2.   Zoals vermeld in artikel 29 van de statuten van de vereniging, kan het bestuursorgaan alle interne reglementen uitvaardigen die hij nodig acht, aldus ook dit VFR. Evenwel zal steeds getracht worden in overleg te gaan met de aangesloten fokkers om een consensus te bereiken. Wanneer dit niet mogelijk is, ligt de eindbeslissing steeds bij het bestuursorgaan, dat beslissingen neemt zoals voorgeschreven door de statuten van de vereniging. 
Het intern reglement en elke wijziging daarvan worden aan de leden meegedeeld overeenkomstig artikel 2:32 WVV.
De huidige versie van het fokreglement is bekrachtigd door het bestuursorgaan op 01/06/2021. 

1.3.   Alle leden van de vereniging dienen te voldoen aan dit fokreglement. 

1.4.   De definities en regelgevingen in verband met fokken van honden, die worden opgelegd door de Koninklijke Maatschappij Sint Hubertus zijn van toepassing op alle Belgische fokkers en hebben steeds voorrang op dit fokreglement.
Het bestuursorgaan van de vereniging verplicht zich om wijzigingen aan het fokreglement van KMSH/KKUSH, die betrekking hebben op dit VFR, onmiddellijk hierin door te voeren. 
Dit ontslaat de individuele fokker niet van de plicht, zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in de reglementen van de KMSH, ook als het bestuur van de vereniging hier in gebreke blijft.  

1.5.   Fokkers dienen alle toepasselijke federale en gewestelijke wetten en regels betreffende het houden en fokken van honden te respecteren. 

2.      FOKREGELS

2.1.   Fokkers zullen slechts reuen en teven gebruiken, die ingeschreven zijn in een door het FCI erkend stamboek.  

2.2.   Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer, haar zoon, haar kleinzoon of haar halfbroer. 

2.3.   Herhaalcombinaties: dezelfde oudercombinatie is maximaal tweemaal toegestaan.  

2.4.   Reglementaire beperkingen voor reuen:

2.4.1. Minimumleeftijd reu: de minimumleeftijd van de reu op de dag van de dekking moet minstens 18 maanden zijn.

2.4.2. Aantal dekkingen: Een reu mag gedurende zijn leven maximaal 4 geslaagde dekkingen doen in België en mag geen dekkingen meer doen in België of het buitenland, als hieruit volgt dat hij meer dan 35 nakomelingen heeft. (cfr. Richtlijnen ISIC)
Als geslaagde dekking geldt een dekking* waaruit minimaal 1 levende pup is voortgekomen en ingeschreven in een door het FCI erkend stamboek. 
* indien sperma wordt gebruikt van de reu voor kunstmatig inseminatie, telt dit mee als een “dekking”.

2.4.3. Cryptorchide en monorchide: cryptorchide (beide teelballen niet afgedaald in de balzak) en monorchide (één teelbal niet afgedaald in de balzak) reuen zijn uitgesloten van de fokkerij.

2.4.4. Buitenlandse reuen: buitenlandse dekreuen moeten aan dezelfde voorwaarden en regels voldoen als Belgische reuen.

2.4.5. Kunstmatige inseminatie: als een fokker voor een dekking sperma gebruikt van een nog in leven zijnde of overleden dekreu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit VFR alsof het een natuurlijke dekking van de dekreu betreft.  

2.5.   Reglementaire beperkingen voor teven:

2.5.1. Minimumleeftijd teef: een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 22 maanden heeft bereikt.

2.5.2. Maximumleeftijd eerste nest: een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 72 maanden (= 6 jaar) heeft bereikt.

2.5.3. Maximumleeftijd teef: een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 108 maanden (= 9 jaar) heeft bereikt.

2.5.4. Aantal nesten: een teef mag maximaal 4 nesten hebben. Zij mag dus niet meer gedekt worden na de dag waarop haar vierde nest geboren is.

2.5.5. Periodiciteit der nesten: een teef mag in een periode van 24 maanden maximaal 2 nesten hebben. (de periode van 24 maanden start op de datum waarop de dekking voor het eerste van de twee binnen deze periode geboren nesten heeft plaatsgevonden).

2.5.6. Keizersnede: Indien de geboorte van het nest éénmaal operatief door middel van een keizersnede heeft plaatsgevonden, omwille van medische problemen bij de teef, mag de teef niet verder meer voor de fokkerij ingezet worden. Indien de geboorte van het nest tweemaal operatief door middel van een keizersnede heeft plaatsgevonden, om welke reden dan ook, mag de teef niet verder meer voor de fokkerij ingezet worden. 

3.      GEZONDHEIDSREGELS

3.1.   Alle honden moeten in goed hygiënische en sociale omstandigheden gehouden worden.

3.2.   Uitsluitend functioneel en klinisch gezonde honden met en bij het ras passende conformatie dienen voor het fokken te worden ingezet.

3.3.   Epilepsie: honden die lijden aan epilepsie mogen niet voor de fokkerij worden ingezet.

3.4.   Verplichte geneeskundige onderzoeken: 
Kopie van deze verplichte onderzoeken moet worden gestuurd naar het secretariaat van de vereniging, via e-mail naar
info@nordicspitz.be of via de post.

3.4.1.     Heupdysplasie (HD): beide ouderdieren moeten hierop getest worden. 
Ouderdieren met een gradatie minder dan HD-C mogen niet ingezet worden voor de fokkerij. 
Voor de fokkerij zijn volgende combinaties van ouderdieren toegestaan:
HD-A x HD-A
HD-A x HD-B
HD-A x HD-C
HD-B x HD-B
HD-A x ongetest indien het een buitenlandse reu betreft
Andere combinaties zijn niet toegestaan.  

3.4.2.      Oogafwijkingen: Binnen de twee jaar voorafgaand aan de dekking dienen beide ouderdieren een onderzoek op erfelijke oogaandoeningen (ECVO) te hebben ondergaan. 
Met ouderdieren die niet vrij zijn van erfelijke oogafwijkingen, zoals vermeld op het ECVO-formulier, mag niet worden gefokt. 
Uitzondering: met een ouderdier dat een erfelijke oogafwijking heeft waaraan het ECVO-panel de beoordeling “optional” geeft, mag gefokt worden, mits het andere ouderdier vrij is van erfelijke oogafwijkingen. (cfr. Chapter 8 van het ECVO-manual – https://www.ecvo.org/hereditary-eye-diseases/ecvo-manual.html) 

3.5.   Patella luxatie: Het onderzoek naar patella luxatie is niet verplicht, maar wel aan te raden.  

4.      GEDRAGSREGELS
Beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn beschreven.  

5.      REGELS VOOR HET WELZIJN EN DE VERKOOP VAN PUPS

5.1.   Ontwormen en enten: de fokker is verantwoordelijk voor het deugdelijk ontwormen en inenten of titeren van de pups volgens de gangbare veterinaire inzichten.

5.2.   Chippen en paspoort: de fokker is verantwoordelijk voor het chippen van de pup en zorgt voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Europees Paspoort voor Gezelschapsdieren.

5.3.   Aflevering pups: de pups mogen niet eerder afgeleverd worden dan op de leeftijd van 8 weken.

5.4.   Herverkoop: puppy’s mogen niet worden doorverkocht aan tussenpersonen of handelaars.

5.5.   Advies: de fokker zal de kopers aanbevelingen en adviezen geven betreffende de voeding, behuizing, verzorging en opvoeding van de pups.

5.6.   Pupkopers: de fokker zal er zorg voor dragen dat de pups in een goede omgeving terechtkomen en de nieuwe eigenaars wijzen op hun verantwoordelijkheden als hondeneigenaars. 
In het kader van de genetische diversiteit van onze rassen, zal de fokker met de pupkopers de mogelijkheden bespreken om in de toekomst (al dan niet eenmalig) een nestje te doen met hun hond of hun hond ter beschikking te stellen als dekreu.

5.7.   Rasvereniging: de fokker zal elke nieuwe eigenaar aanraden om lid te worden van de rasvereniging.

5.8.   Levenslange begeleiding: de fokker zal hulp bieden aan de kopers van puppy’s of oudere honden die hij/zij verkocht en dat voor de levensduur van de hond.  

6.      DEONTOLOGISCHE REGELS

6.1.   De fokker zal eerlijke informatie verstrekken over de kenmerken en de eigenschappen van het ras aan personen die belangstelling hebben voor de aankoop van een hond van dit ras.

6.2.   De fokker zal niet bewust de kenmerken van het ras verkeerd voorstellen, zal niet foutief adverteren of enige persoon misleiden aangaande de kwaliteiten en prestaties van honden of pups die te koop aangeboden worden.  

7.      SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

7.1.   Dit reglement is niet van toepassing op nesten die geboren worden uit een teef gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt.

7.2.   Gezondheidsuitslagen, exterieur, gedrag- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen.

7.3.   In bijzondere gevallen kan de vereniging bij een besluit met betrekking tot het toestaan van een bepaalde combinatie afwijken van dit VFR, indien de belangen van het ras daardoor worden gediend. Een besluit hierover wordt met redenen omkleed naar de leden van de vereniging gecommuniceerd.

7.4.   Het is verboden bij aanvraag, aanmelding, inschrijvingsprocedures en alle overige regelingen die in dit VFR zijn opgenomen of waarnaar verwezen wordt, onjuiste gegevens te verstrekken of gegevens te verzwijgen.

7.5.   Wanneer men toch in strijd met de voorschriften voor het fokken handelt, kunnen onderstaande sancties door het bestuursorgaan worden toegepast:

7.5.1. Het schrappen van de gegevens van de fokker van de fokkerslijst en dekreuenlijst, zowel op de website, sociale media als in het clubblad en het uitsluiten van publiceren van dek- en geboorteberichten in alle media van de vereniging, alsook het geen gebruik mogen maken van de pupinformatie-dienst van de vereniging.

7.5.2. Een schriftelijke waarschuwing van het bestuur.

7.5.3. Opzegging van het lidmaatschap door het bestuur, volgens de regels voorzien in de statuten van de vereniging. 

Share by: